Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want wij allen moeten [19]geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk [20]wegdrage, hetgeen [21]door het lichaam [geschiedt], naardat hij gedaan heeft, [22]hetzij goed, [23]hetzij kwaad. 19. Namelijk niet alleen ten aanzien van onze personen, maar ook van onze gedachten, woorden en werken; Rom.2:16; Openb.2:23, en Openb.20:12. 20. Namelijk tot ene vergelding. 21. Namelijk hier in dit leven, of terwijl wij dit lichaam dragen. 22. Dat is, het loon des goeds, uit genade. 23. Dat is, het loon des kwaads, uit verdienste. Zie van beide Matth.25:34,41; Rom.6:23.